Nb bij een minimum-cao kunnen nog wel regelingen uit de ondernemings-cao die in het voordeel van de werknemer uitpakken worden toegepast. Maar de balans in een ondernemings-cao tussen enerzijds onderdelen met wat minder gunstige arbeidsvoorwaarden in ruil voor anderzijds op andere onderdelen wat gunstiger arbeidsvoorwaarden, gaat in principe verloren (althans voor de duur van de avv); de prudente beraadslaging en afwegingen van de betreffende vakbond en werkgever om tot een ondernemings-cao te komen ten spijt.
Het bijeenbrengen van vraag naar en aanbod van tijdelijke arbeidskrachten:
“De allocatiefunctie, die met de Wet flexibiliteit en zekerheid is genoemd als reden om het bijzonder uitzendregime in het Burgerlijk Wetboek op te nemen, bestaat eruit dat de uitzendwerkgever een actieve rol vervult in het bij elkaar brengen van de vraag naar en het aanbod van tijdelijke arbeid door een actieve werving van de uitzendkracht (de mogelijkheid van inschrijving als werkzoekende) en een actieve werving van inleners, waarbij de intercedenten van de uitzendwerkgever de uitzendkrachten vervolgens (na actieve bemiddeling) ter beschikking stellen aan de inlener of verschillende inleners.[Kamerstukken II, 1996/97, 25 263, nr. 3, p. 9.]”
Van een actieve allocatiefunctie is dan sprake wanneer de uitzendwerkgever actief, door inzet van intercedentes, een internetplatform waar aanbieders van tijdelijke arbeid (de uitzendkrachten) zich kunnen inschrijven en zich presenteren en waar vragers naar tijdelijke arbeid (de inleners) vacatures van tijdelijke arbeid kunnen plaatsen, et cetera, vraag en aanbod bij elkaar brengt en de totstandkoming van een inlening/’match’ bewerkstelligt: de uiteindelijke ‘match’ vindt dan plaats via bemoeienis van de uitzendwerkgever.
Van een passieve allocatiefunctie is dan sprake wanneer de uitzendwerkgever geen actieve rol vervuld bij het tot stand brengen van een ‘match’ maar pas een rol vervult als uitzendwerkgever als de uitzendkracht en de inlener elkaar al via hun eigen initiatief in een match hebben gevonden en pas na de match de uitzendwerkgever benaderen om in die situatie als uitzendwerkgever op te treden.
(Zie voor de ruime mogelijkheden tot het treffen van een voorlopige voorziening bijv. Verburg, D.A., ‘De voorzieningenrechter kan (bijna) alles in: Di(c)k voor mekaar’, JBplus 2017/4).